Bijna een week na de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad de economie volledig te laten heropstarten, is de concrete vertaling ervan gepubliceerd in het Staatsblad.
Hierbij de belangrijkste uitbreidingen/aanpassingen:
- Bij de handelszaken en winkels die mogen open blijven:
- toevoeging van
- gespecialiseerde detailhandelszaken die kledingstoffen verkopen;
- gespecialiseerde detailhandelszaken die breigarens, handwerken en fournituren verkopen;
- Een bijkomende uitzondering op het algemene principe van sluiting wordt gemaakt voor volgende inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, sportieve en horecasector:
- de noodzakelijke infrastructuur voor de uitoefening van fysieke activiteiten in de buitenlucht die geen fysieke contacten impliceren m.u.v. kleedkamers, douches, cafetaria’s…
- Voor alle niet – essentiële bedrijven:
- Telethuiswerk wordt aanbevolen (voorheen stond er “verplicht”) voor ondernemingen ongeacht hun grootte voor alle functies die er zich toe lenen
- Indien dit niet mogelijk is, moet men de nodige maatregelen nemen om maximaal (een belangrijke woord werd toegevoegd !) social distancing te garanderen. Dit is dus niet langer geformuleerd als een resultaatsverbintenis, maar als een inspanningsverbintenis. Dit blijft uiteraard ook van toepassing op het vervoer georganiseerd door de werkgever.
- Ondernemingen moeten dus tijdig de passende preventiemaatregelen nemen
- Wanneer men spreekt over de passende preventiemaatregelen, verwijst men naar de veiligheids-en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en organisatorische aard zoals bepaald in de generieke gids, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en op ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden.
- Er wordt verder herinnerd aan een aantal algemene principes uit de Welzijnswet en de Codex:
- Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen;
- Deze maatregelen dienen genomen te worden met inachtneming van het sociaal overleg, of bij ontstentenis daarvan, in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk;
- Er moet tijdig in informatie worden voorzien, zowel ten aanzien van de eigen medewerkers, als ten aanzien van derden;
- Er moet in een passende opleiding worden voorzien;
- De inspectiediensten Toezicht Welzijn op het Werk zijn bevoegd om werkgevers en werknemers te informeren en begeleiden en, in voorkomend geval, om sanctionerend op te treden.
- Deze bedrijven (lokalen en werkplaatsen) zijn toegankelijk voor het publiek
- In contacten tussen professionelen onderling;
- Voor contacten tussen professionelen en de overheid;
- Uiteraard moeten daarbij alle hierboven vermelde maatregelen worden toegepast.
- Voor ondernemingen die behoren tot de cruciale sectoren of essentiële diensten:
- Die hun activiteiten niet hebben onderbroken en dus zelf al de nodige preventiemaatregelen hebben genomen om de social distancing max. te respecteren
- Voor hen geldt de generieke gids als inpiratiebron
- De lokalen en werkplaatsen van de cruciale sectoren of de essentiële diensten zijn toegankelijk voor alle publiek
- Voor de activiteiten voorzien als bijlage in het besluit
- De social distancing moet maximaal gerespecteerd worden
- En in zoverre de contacten niet op afstand kunnen georganiseerd worden
- Openbaar vervoer:
- Mondmasker of elk ander alternatief in stof wordt verplicht vanaf 12 jaar vanaf het betreden van het station of de halte en in elk vervoersmiddel dat door openbare overheid georganiseerd wordt
- Sociale activiteiten die worden versoepeld:
- Wandelingen en fysieke activiteiten in de open lucht die geen fysieke contacten impliceren, alleen of in het gezelschap van personen die onder hetzelfde dak wonen en/of in het gezelschap van twee, steeds dezelfde, andere personen, met respect van 1,5m afstand tussen elke persoon
- Mondmaskers:
- Hierover zegt men dat het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief om mond en neus te bedekken toegestaan is, voor gezondheidsdoeleinden in voor het voor publiek toegankelijke plaatsen
Vlaams minister van Welzijn, Gezin Volksgezondheid en Armoedebestrijding Wouter Beke kondigt ook de stapsgewijze heropening van de kinderopvang aan:
“Naast de kinderen van ouders in cruciale beroepen en essentiële diensten en kinderen die opgroeien in een maatschappelijk kwetsbaar gezin of in een gezin met veel spanningen, zijn vanaf 4 mei ook kinderen waarvan minstens 1 van de ouders buitenshuis gaat werken welkom in de opvang (niet enkel in cruciale beroepen en essentiële sectoren).
Kinderen van ouders die van thuis uit werken mogen nog niet opnieuw naar de opvang vanaf 4 mei. Er is een uitzondering voor kinderen van alleenstaande thuiswerkende ouders.
Vanaf 18 mei zijn alle kinderen van thuiswerkende ouders opnieuw welkom in de opvang. Er wordt wel gevraagd om in gesprek te gaan met de opvangvoorziening, zodat niet iedereen op zelfde moment instroomt.
Ouders die hun kinderen, verplicht of vrijwillig, thuis houden, zullen - zolang de coronamaatregelen gelden - niet moeten betalen voor de opvang. Ze verliezen ook geen respijtdagen. De opvang wordt hiervoor vergoed door de overheid.
Omdat er vanaf 4 mei terug meer kinderen naar de opvang komen, is er extra aandacht voor de veiligheid. De geldende maatregelen rond contactbubbels en hygiëne blijven gelden. Bovendien zullen de medewerkers, in hun contacten met andere volwassenen die niet werken in de opvang, mondmaskers moeten dragen zodra zij deze ter beschikking hebben. Het dragen van een mondmasker voor begeleiders is vooral belangrijk van zodra er een sterke stijging van het aantal kinderen en het aantal contacten met volwassenen in de opvang is.”